De kersverse migratienota die de VVD op 22 maart 2015 presenteerde is middelpunt van politieke controverse geworden. Volgens die nota zou de EU alleen nog Europese vluchtelingen moeten opvangen. Vluchtelingen van buiten Europa moeten met Europese steun in de eigen regio worden opgevangen. Dat is niet alleen goedkoper; ze ‘integreren’ daar ook makkelijker vanwege een vergelijkbaar ‘ontwikkelingsniveau’. De Middellandse Zee hoeven ze dan niet over te steken; ze zullen niet verdrinken en mensensmokkelaars en jihadisten wordt een halt toegeroepen.
Om de migratieproblemen te bestrijden moet de EU volgens de nota een uniform asielbeleid voeren en haar buitengrenzen hermetisch sluiten. Het ‘oneigenlijk gebruik’ van het huidige Europese migratiesysteem om vergrijzing tegen te gaan moet stoppen door een Europees puntensysteem voor migranten te introduceren. Hun opleidingsniveau, talenkennis, werkervaring en ‘herkomst’ leveren punten op. Op grond daarvan en afhankelijk van de vraag kunnen overheden migranten tijdelijk legaal toegang tot Europa verlenen. Medewerking van niet-Europese landen aan zo’n systeem moet worden gestimuleerd door voorwaardelijke visaverstrekking, ontwikkelingshulp en handelsverdragen.
Reagerend op de kritiek op de nota stelde VVD fractievoorzitter Zijlstra in het NOS journaal (23-3) dat wie het plan afwijst en geen alternatief biedt, wegloopt voor het probleem van ‘steeds meer vluchtelingen’ en verdrinkingen in de Middellandse Zee. Dat klinkt nobel, maar de VVD biedt alleen schijnoplossingen. Wat zij als nieuw presenteert is al grotendeels realiteit, maar zonder significant resultaat.
Zo’n tachtig procent van de vluchtelingen uit Afrika en het Midden Oosten wordt al in de regio opgevangen. Meer dan drie miljoen Syrische vluchtelingen verblijven in Turkije, Irak, Egypte, Libanon en Jordanië en de drie laatstgenoemde landen bieden al sinds jaar en dag onderdak aan ontheemde Palestijnen. Landen als Kenia, Somalië, Kameroen, Tsjaad, Tanzania en Zuid-Afrika vangen ook veel vluchtelingen op. Dat ‘integratie’ daar vanwege ‘sociale en culturele omstandigheden’ en een gelijk ‘ontwikkelingsniveau’ makkelijker is, zoals de VVD stelt, is een ontkenning van de realiteit van vluchtelingenkampen en de druk die deze uitoefenen op stabielere landen zoals Jordanië.
Ook miskent het de rol die EU lidstaten spelen in voortdurende onderontwikkeling en armoede en in de gebrekkige toegang tot de Europese markt. Zo zijn nog steeds importheffingen van kracht voor de armste landen en wordt de ontwikkeling van een duurzame energie- en arbeidsmarkt aldaar gedwarsboomd door Europees protectionisme. Ook beïnvloedt de dominantie van de mondiale veiligheidsagenda ontwikkelingssamenwerking ten koste van structurele ontwikkeling en armoedebestrijding.
Hulp aan ‘ontwikkelingslanden’ is bovendien al gekoppeld aan voorwaarden migranten terug te nemen en aan de ‘outsourcing’ van de Europese grensbewaking naar Afrikaanse landen. De ‘export’ van asielprocedures heeft ertoe geleid dat landen die het niet zo nauw nemen met mensenrechten verantwoordelijkheden rondom asiel krijgen toebedeeld die de EU niet uit handen zou moeten geven. Nu worden asiel- en visa-aanvragen daar vaak niet op individuele gronden getoetst, maar op die van hun herkomstland en de dreiging die daarvan zou uitgaan. Ook belanden asielzoekers onrechtmatig in detentie. Deze praktijken tasten de geloofwaardigheid van het Europese grensbeleid aan en kunnen als reden worden aangevoerd waarom mensensmokkelaars ‘alternatieven’ blijven aanbieden.
Zulke factoren buiten beeld houdend, stelt de VVD in haar migratienota dat de Europese ‘operaties op de Middellandse Zee verkapte shuttleservices voor migranten’ zijn. Het mededogen met de bootvluchtelingen dat uit de inleiding tot de nota spreekt, krijgt hiermee een wrange bijsmaak. De gedachte dat de verdrinking wordt veroorzaakt door gebrekkige grenscontrole en moet worden voorkomen door de Europese grenzen hermetisch te sluiten, strookt niet met de realiteit. De EU grenscontroles zijn almaar strenger geworden en hebben meer verdrinkingen niet voorkomen. De beëindiging van het Italiaanse hulpprogramma Mare Nostrum, dat de afgetreden staatssecretaris Teeven (VVD) nog een ‘taxidienst’ voor migranten noemde, heeft het aantal slachtoffers enkel vergroot.
Feit is dat ook nu al hoogopgeleiden en laaggeschoolden waaraan een tekort op de Europese markt bestaat daartoe toegang kunnen krijgen. Daarbij is het probleem echter dat hun positie afhankelijk is van marktgrillen. De meeste illegalen komen nog altijd legaal Europa binnen via een werkvergunning en visum en worden pas ‘illegaal’ als die verlopen. Het probleem is niet het aantal ‘punten’ dat zij vertegenwoordigen, maar dat de EU nalaat de fluctuerende tekorten op de arbeidsmarkt duurzaam op te lossen door deze migranten meer stabiliteit en perspectief te bieden.
Op al deze knelpunten geeft de VVD nota geen antwoord. Voorop de nota staat een luchtfoto van een vluchtelingenboot, van bovenaf genomen, terwijl de ruim 200 opvarenden omhoog kijken naar het vliegtuig van waaruit de foto is gemaakt. Dit beeld karakteriseert de nota: die zweeft ver en klinisch boven de werkelijkheid. Ze reduceert de vluchtelingen tot gelukzoekers of pechvogels, de hulpacties tot shuttleservices en draagt ‘nieuwe’ oplossingen aan die feitelijk de welbekende anti-migratieretoriek behelzen.
Huub van Baar is universitair docent aan de Universiteit van Giessen (Duitsland), research fellow aan de Universiteit van Amsterdam en gespecialiseerd in minderheden-, grens- en migratiebeleid in Europa
Om de migratieproblemen te bestrijden moet de EU volgens de nota een uniform asielbeleid voeren en haar buitengrenzen hermetisch sluiten. Het ‘oneigenlijk gebruik’ van het huidige Europese migratiesysteem om vergrijzing tegen te gaan moet stoppen door een Europees puntensysteem voor migranten te introduceren. Hun opleidingsniveau, talenkennis, werkervaring en ‘herkomst’ leveren punten op. Op grond daarvan en afhankelijk van de vraag kunnen overheden migranten tijdelijk legaal toegang tot Europa verlenen. Medewerking van niet-Europese landen aan zo’n systeem moet worden gestimuleerd door voorwaardelijke visaverstrekking, ontwikkelingshulp en handelsverdragen.
Reagerend op de kritiek op de nota stelde VVD fractievoorzitter Zijlstra in het NOS journaal (23-3) dat wie het plan afwijst en geen alternatief biedt, wegloopt voor het probleem van ‘steeds meer vluchtelingen’ en verdrinkingen in de Middellandse Zee. Dat klinkt nobel, maar de VVD biedt alleen schijnoplossingen. Wat zij als nieuw presenteert is al grotendeels realiteit, maar zonder significant resultaat.
Zo’n tachtig procent van de vluchtelingen uit Afrika en het Midden Oosten wordt al in de regio opgevangen. Meer dan drie miljoen Syrische vluchtelingen verblijven in Turkije, Irak, Egypte, Libanon en Jordanië en de drie laatstgenoemde landen bieden al sinds jaar en dag onderdak aan ontheemde Palestijnen. Landen als Kenia, Somalië, Kameroen, Tsjaad, Tanzania en Zuid-Afrika vangen ook veel vluchtelingen op. Dat ‘integratie’ daar vanwege ‘sociale en culturele omstandigheden’ en een gelijk ‘ontwikkelingsniveau’ makkelijker is, zoals de VVD stelt, is een ontkenning van de realiteit van vluchtelingenkampen en de druk die deze uitoefenen op stabielere landen zoals Jordanië.
Ook miskent het de rol die EU lidstaten spelen in voortdurende onderontwikkeling en armoede en in de gebrekkige toegang tot de Europese markt. Zo zijn nog steeds importheffingen van kracht voor de armste landen en wordt de ontwikkeling van een duurzame energie- en arbeidsmarkt aldaar gedwarsboomd door Europees protectionisme. Ook beïnvloedt de dominantie van de mondiale veiligheidsagenda ontwikkelingssamenwerking ten koste van structurele ontwikkeling en armoedebestrijding.
Hulp aan ‘ontwikkelingslanden’ is bovendien al gekoppeld aan voorwaarden migranten terug te nemen en aan de ‘outsourcing’ van de Europese grensbewaking naar Afrikaanse landen. De ‘export’ van asielprocedures heeft ertoe geleid dat landen die het niet zo nauw nemen met mensenrechten verantwoordelijkheden rondom asiel krijgen toebedeeld die de EU niet uit handen zou moeten geven. Nu worden asiel- en visa-aanvragen daar vaak niet op individuele gronden getoetst, maar op die van hun herkomstland en de dreiging die daarvan zou uitgaan. Ook belanden asielzoekers onrechtmatig in detentie. Deze praktijken tasten de geloofwaardigheid van het Europese grensbeleid aan en kunnen als reden worden aangevoerd waarom mensensmokkelaars ‘alternatieven’ blijven aanbieden.
Zulke factoren buiten beeld houdend, stelt de VVD in haar migratienota dat de Europese ‘operaties op de Middellandse Zee verkapte shuttleservices voor migranten’ zijn. Het mededogen met de bootvluchtelingen dat uit de inleiding tot de nota spreekt, krijgt hiermee een wrange bijsmaak. De gedachte dat de verdrinking wordt veroorzaakt door gebrekkige grenscontrole en moet worden voorkomen door de Europese grenzen hermetisch te sluiten, strookt niet met de realiteit. De EU grenscontroles zijn almaar strenger geworden en hebben meer verdrinkingen niet voorkomen. De beëindiging van het Italiaanse hulpprogramma Mare Nostrum, dat de afgetreden staatssecretaris Teeven (VVD) nog een ‘taxidienst’ voor migranten noemde, heeft het aantal slachtoffers enkel vergroot.
Feit is dat ook nu al hoogopgeleiden en laaggeschoolden waaraan een tekort op de Europese markt bestaat daartoe toegang kunnen krijgen. Daarbij is het probleem echter dat hun positie afhankelijk is van marktgrillen. De meeste illegalen komen nog altijd legaal Europa binnen via een werkvergunning en visum en worden pas ‘illegaal’ als die verlopen. Het probleem is niet het aantal ‘punten’ dat zij vertegenwoordigen, maar dat de EU nalaat de fluctuerende tekorten op de arbeidsmarkt duurzaam op te lossen door deze migranten meer stabiliteit en perspectief te bieden.
Op al deze knelpunten geeft de VVD nota geen antwoord. Voorop de nota staat een luchtfoto van een vluchtelingenboot, van bovenaf genomen, terwijl de ruim 200 opvarenden omhoog kijken naar het vliegtuig van waaruit de foto is gemaakt. Dit beeld karakteriseert de nota: die zweeft ver en klinisch boven de werkelijkheid. Ze reduceert de vluchtelingen tot gelukzoekers of pechvogels, de hulpacties tot shuttleservices en draagt ‘nieuwe’ oplossingen aan die feitelijk de welbekende anti-migratieretoriek behelzen.
Huub van Baar is universitair docent aan de Universiteit van Giessen (Duitsland), research fellow aan de Universiteit van Amsterdam en gespecialiseerd in minderheden-, grens- en migratiebeleid in Europa